Omgang- en spelregels

Algemeen

De omgangregels voor junioren en senioren zijn gelijk. De spelregels wijken iets af. Hieronder volgen de omgangsregels en spelregels (per categorie).  

Omgangsregels binnen het tennisspel

Graag willen wij de omgangsregels binnen het tennisspel onder de aandacht brengen. De Jeugdcommissie vindt het belangrijk dat er sportief wordt getennist. Natuurlijk doet iedereen zijn best om niet alleen goed te tennissen, maar ook sportief en netjes. Helaas zijn er altijd ook situaties, waarbij het wel eens voorkomt dat kinderen schelden, vloeken, met hun racket gooien en zich onsportief gedragen op de baan. Ook komt het voor dat ouders niet gewoon komen kijken, maar zich heel erg gaan bemoeien met het spel van hun kind, waardoor soms juist frustratie en verkeerd gedrag ontstaat. Om ervoor te zorgen dat naast het leveren van een prestatie vooral de gezelligheid met elkaar voorop staat, hebben we een aantal gedragsregels opgesteld:

Voor de speler:

hoort wél:

  • geef je tegenstander(s) een hand vóór aanvang van de wedstrijd
  • speel in
  • zorg dat de ballen op de speelhelft van de serveerder zijn, geef ze netjes aan. Dit geldt ook voor ballen van de andere baan
  • geef je tegenstander na afloop van de wedstrijd een hand en feliciteer of bedank voor het spelen
  • de winnaar biedt de verliezer een drankje aan
  • tel hardop en speel een punt opnieuw bij discussie
  • wees aardig en sportief en heb veel plezier

hoort niét:

  • gooien met je racket
  • ballen wegslaan
  • vloeken en schelden
  • ruzie maken met je tegenstander
  • telefoneren tijdens de wedstrijd
  • onsportief gedrag
  • vals spelen
  • afval op de baan achterlaten.

Voor de ouder / toeschouwer:

  • bemoeit u zich niet met de wedstrijd
  • u mag aanmoedigen, maar doe dit gematigd en moedig álle spelers aan
  • stimuleer en promoot sportief gedrag
  • spreek aan op onsportief gedrag
  • raadpleeg bij onenigheid een onafhankelijk persoon (liefst wedstrijd- of competitieleider)
  • leg geen druk bij de speler om te winnen
  • stimuleer de speler om vooral te genieten
  • ga goed geïnformeerd op pad
  • toon interesse
  • loop weg indien nodig en bekijk de wedstrijd van een afstand
  • ook van de ouders wordt sportief gedrag verwacht

Maatregelen bij (herhaald) ongewenst gedrag:

We hebben al duidelijk gemaakt hoe belangrijk we sportief gedrag vinden. De Jeugdcommissie zal in ieder geval het jeugdlid direct aanspreken op zijn of haar ongewenst gedrag. Als het gedrag zich blijft herhalen, dan zal er een waarschuwing gegeven worden. Komt er dan geen verbetering in het gedrag, dan zal de Jeugdcommissie de wedstrijd staken en je van de baan halen. Dat betekent dus dat je de wedstrijd moet opgeven. Natuurlijk hopen wij deze laatste maatregel nooit toe te hoeven passen. Na de wedstrijd zal er worden nabesproken.

We hebben aangegeven wat we sportief en wenselijk vinden op de tennisbaan en rekenen erop dat we dit met z’n allen, tennissers, ouders én begeleiders, waarmaken!

Spelregels

De spelregels voor junioren wijken beperkt af ten opzichte van de spelregels voor senioren. De uitzonderingen op de regels zitten vooral in de telling. Hier staan ze op een rij, per categorie: 

Rood

  • De wedstrijd bestaat uit één tiebreak tot de 7. Wie het eerste 7 punten wint, heeft gewonnen (7-6 is einde partij).
  • Je serveert om de beurt.
  • De enkelspelzijlijn geldt als servicelijn, in de rally geldt de dubbelspelzijlijn als achterlijn.
  • Je speelt alleen enkels, nog geen dubbels. 

Oranje

  • De wedstrijd bestaat uit 4 gewonnen games. Bij een 3-3 stand in games wordt een beslissende game gespeeld (geen tiebreak). Bij een oneven gamestand wissel je van speelhelft. 
  • Je speelt met het Beslissend Punt Systeem: bij 40-40 levert het winnende punt de game op. De ontvanger bepaalt vanaf welke kant de serveerder het punt moet spelen.
  • Je speelt de dubbels in het dubbelveld, dus inclusief de tramrails.

Groen

  • Je speelt 2 sets om 4 gewonnen games met een verschil van twee games (bijvoorbeeld 4-2 of 5-3).
  • Bij 4-4 in de set speel je een tiebreak tot 7 punten (met een verschil van 2 punten):
    • De speler die aan de beurt is om te serveren, serveert vanaf rechts voor het eerste punt. De tegenpartij serveert daarna vanaf links voor het tweede punt en vervolgens vanaf rechts voor het derde punt.
    • Iedere speler serveert daarna steeds voor twee punten. Eerst vanaf links en daarna vanaf rechts.
    • Er is een normale telling (1, 2, 3). De partij die het eerst 7 punten haalt (met een verschil van twee punten), wint de tiebreak. De set is dan gewonnen met 5-4 (bij de senioren 7-6). Na iedere 6 punten in de tiebreak moeten de spelers wisselen van speelhelft.
    • De partij die het eerst serveerde in de tiebreak, moet ontvanger zijn in de eerste game van de volgende set.
  • Als het 1-1 in sets staat, speel je een beslissende tiebreak tot 7 punten (met een verschil van 2 punten).
  • Ook geldt het Beslissend Punt Systeem: bij 40-40 levert het winnende punt de game op.
  • De dubbel speel je in het dubbelveld, dus inclusief de tramrails.

Tot slot nog een groot verschil met het gelebaltennis, bij rood, oranje en groen spelen de jongens en meisjes gewoon door en tegen elkaar.

Zie ook: 

www.tenniskids.nl